Wat doe jij met alle foto’s die je op vakantie maakt? Grote kans dat ze op je harde schijf belanden en dat je vergeet er ooit nog naar om te kijken. Hartstikke zonde, want wat is er leuker dan mooie vakantiemomenten delen via bijvoorbeeld social media of bundelen in een mooi fotoalbum? Hoog tijd om eens aan de slag te gaan met je oude vakantiefoto’s. Fotobewerking is helemaal niet lastig en met deze basistips voor fotobewerking tover jij je – ongetwijfeld al hele mooie – vakantiefoto’s in een mum van tijd om tot nóg mooiere plaatjes.

Tip 1: zoek een bewerkingsprogramma dat bij jou past

Fotobewerkingsprogramma’s zijn er in vele soorten en maten. Twee bekende programma’s, die overigens ook geschikt zijn voor beginners of amateurfotografen, zijn Photoshop en Lightroom. Maar tegenwoordig zijn de meeste smartphones ook al zo uitgebreid dat je er flink wat aanpassingen aan je foto’s mee kunt doen. Welk programma je gebruikt, is vooral afhankelijk van het apparaat waar je je foto’s mee schiet en de complexiteit van aanpassingen die je wilt kunnen doen. Goede alternatieven voor bijvoorbeeld Photoshop zijn GIMP, Pixlr, Instagram of BeFunky.

Tip 2: zorg altijd voor een rechte horizon

Wil je je vakantiefoto’s bewerken, zorg dan altijd voor tenminste één ding: een rechte horizon! Veel fotografen houden hun camera gewoon in de hand wanneer ze een foto maken. Logisch, want je hebt niet altijd zin en tijd om de perfecte hoek voor jouw kiekje te vinden. Maar hierdoor kan het wel eens voorkomen dat de horizon niet helemaal recht staat. Dit is in bijna elk fotobewerkingsprogramma heel makkelijk op te lossen met een rotatiefunctie. Hiermee heb je de mogelijkheid om jouw foto een klein beetje te draaien zodat de horizon mooi recht loopt.

Tip 3: pas het formaat van je foto aan

Vooral als je met jouw fotocamera in RAW-formaat fotografeert, wordt elke foto als een groot bestand opgeslagen. Dat neemt niet alleen veel ruimte in op je computer, maar kan er ook voor zorgen dat de resolutie van je foto achteruit gaat. Door je foto kleiner te schalen, verbetert de resolutie en ziet de foto er een stuk scherper uit dan voorheen.

Tip 4: maak de kleuren nog sprekender

Ken je dat? Je maakt een foto van een prachtige blauwe zee maar wanneer je de foto terugkijkt, ziet de zee er een stuk minder helder uit. Dit komt doordat je camera niet uit zichzelf de juiste kleurcorrectie kan maken. Om je foto te verbeteren en de kleuren meer tot leven te laten komen, kan je de saturatie van je foto aanpassen. De saturatie verhoogt het contrast van de foto en zo ziet jouw blauwe zee er ook op beeld weer prachtig uit!

Tip 5: overdrijf niet!

Het is zeker leuk om al die functies eens te verkennen en flink te experimenteren met dingen als helderheid, saturatie, contrast en filters. Overdrijf dit echter niet. Een kleine aanpassing zorgt vaak voor een veel mooier, en natuurlijker, resultaat dan een foto waar urenlang aan bewerkt is. Als je bezig bent met fotobewerking verlies je jezelf vaak al snel in nóg fellere kleuren of scherpere details, maar kijk dan op een later moment nog eens met een kritisch oog naar je foto en bedenk je goed of je er nog wel tevreden mee bent. Genoeg is genoeg.